Toen in maart 2002 het vaccin voor huisdieren tegen FIV (Feline Immunodeficiency Virus) werd aangekondigd, werd het met enthousiasme ontvangen door de medische gemeenschap. Niet alleen vanwege de potentiële waarde voor katten, maar ook vanwege de mogelijkheid om onderzoek naar een vaccin tegen aids bij mensen te stimuleren.
De patenten voor het FIV-vaccin zijn eigendom van de University of California en de University of Florida, en zijn in licentie gegeven aan Fort Dodge Animal Health, een divisie van Boehringer Ingelheim, voor de productie, onder de naam “Fel-O-Vax FIV.” In 2015 werd dit vaccin van de markt gehaald en is het niet langer in licentie gegeven voor gebruik in de VS en Canada.
Inhoudsopgave
Geschiedenis van FIV en het FIV-vaccin
Het FIV-virus werd voor het eerst geïsoleerd bij katten in 1986 door immunoloog Janet Yamamoto en Niels Pedersen. Yamamoto begon te werken aan een vaccin voor FIV en zette haar werk later voort aan de University of Florida, samen met onderzoekers bij Fort Dodge Animal Health. Pedersen, die directeur was van het Center for Companion Animal Health, wordt beschouwd als een expert op het gebied van retrovirussen en immunologische aandoeningen bij kleine dieren. Hij heeft de goedkeuring van het FIV-vaccin toegeschreven aan Dr. Yamamoto, voor haar decennialange toewijding aan het project.
Mogelijke zorgen
Kort na de aankondiging van FDA-goedkeuring voor het FIV-vaccin, toen er meer informatie naar buiten kwam, begonnen er e-mails te circuleren onder kattenreddingsgroepen vanwege één fatale fout: alle huidige testmethoden voor het FIV-virus zullen een “positieve” uitslag geven voor katten die zijn gevaccineerd met het FIV-vaccin. Wat dit betekent voor eigenaren en gevaccineerde katten kan gevaarlijk zijn in zijn implicaties. Als een gevaccineerde kat verdwaalt of gewoon wordt opgehaald door een dierencontroleur, kan hij worden geëuthanaseerd als een FIV-positieve kat.
Er is simpelweg geen manier om te weten welke ‘positieve’ kat echt besmet is en welke kat alleen is gevaccineerd tegen FIV. Het is geen wonder dat de ontvangst van dit vaccin niet bepaald enthousiast was onder de grotere gemeenschap van kattenliefhebbers, met name in de VS, waar FIV slechts 2 procent van de ‘risicokatten’ treft.
Naar aanleiding van talrijke vragen van dierenartsen en dierenasiels heeft de American Association of Feline Practitioners (AAFP) een FIV-vaccinatieoverzicht uitgebracht, maar hierin werden geen concrete aanbevelingen gedaan.
Andere redenen tot bezorgdheid
Hoewel er vijf stammen (clades genoemd) van FIV zijn, werd het vaccin ontwikkeld met slechts twee stammen. Clade B, dat veel voorkomt in de VS, met name in het oosten, was niet een van die twee, en de werkzaamheid van het vaccin tegen Clade B werd ook niet getest. Dit betekent dat zelfs gevaccineerde katten mogelijk niet volledig beschermd zijn tegen FIV.
Ondanks de lage incidentie in de Verenigde Staten, is FIV een gevreesde ziekte . Hoewel katten jarenlang een goede kwaliteit van leven kunnen hebben, is het uiteindelijk dodelijk. Hoewel dit vaccin een enorme doorbraak was in de wetenschappelijke wereld, en het potentieel ervan belangrijk is, is het op dit moment geen levensvatbare vorm van bescherming voor onze katten.